De rivierpolitie uit Krimpen aan de Lek bracht een baken aan op de plek waar het vliegtuig was neergekomen en regelde het scheepvaartverkeer. Spoedig arriveerden de Duitsers, die de gewonden overbrachten naar een ziekenhuis, vermoedelijk het Sint Jozef in Gouda, wat toen door de Duitse Luftwaffe als veldhospitaal werd gebruikt. Daarna werden ze naar een krijgsgevangenenkamp gebracht. De officieren Sweaney en Tully gingen naar Stalag Luft I in Barth, Noord-Duitsland. De vijf anderen, Carano, Christensen (ook officier!), Culver, England en Josephson werden naar het kamp Stalag XVII B vlakbij Krems, Oostenrijk gebracht.
Volgens Tully kwam Christensen later op 10 januari 1944 bij hem in het kamp en op 15 februari 1945 kwam hij daar ook England en een andere man tegen waarmee hij eerder had gevlogen, namelijk Padgett, die voor de Mission Belle was vervangen door Carano vanwege lichte verwondingen.Op 12 juni 1944 werd in het rietland langs de Lek door eerder genoemde Dirk Verheij een lichaam gevonden dat een vliegerjack droeg. Volgens het aangetroffen identiteitsplaatje was het de piloot Harland V. Sunde uit Minneapolis. Zijn lichaam werd overgebracht naar het baarhuisje van de algemene begraafplaats in Nieuw-Lekkerland. Hij wordt op 13 juni 1944 tijdelijk op de algemene begraafplaats van Nieuw-Lekkerland begraven. Op 18 februari 1946 gaan zijn stoffelijke resten naar de Amerikaanse erebegraafplaats in Margraten. McCutchen’s lichaam werd op 30 mei 1944 uit de Lek gevist en dat van Healy pas in 1955 tijdens de berging.
En George D. Giovannini, die met een ander toestel moest vlliegen tijdens dezelfde missie, raakte vermist. De enige informatie die we hebben, is dat zijn toestel, de "Four Aces - Pat Hand" (42-31111) door Duits luchtafweergeschut is geraakt en waarschijnlijk in de Noordzee is gestort tussen Holland en Engeland. Zijn naam staat wel op de muur van vermisten in Margraten.
Boven van
links
naar rechts de grafstenen van Harland V. Sunde, Doyle C. McCutchen
(beide in Margraten, Zuid-Limburg) en John F. Healy (in
Neuville-en-Condroz, België) en daaronder de muur van de vermisten
in
Margraten waar George D. Giovannini op staat.